Schotse asbestvergoedingen hoger dan Engelse
Britse advocaten pleiten voor een gelijk niveau van vergoedingen voor asbestslachtoffers in Engeland, Wales en Schotland. Momenteel krijgen nabestaanden van Schotse asbestslachtoffers vergoedingen die oplopen tot 30.000 pond terwijl voor Engelsen de grens ligt op 10.000 pond. Bron: The Herald, 16 april 2007.
Rechtbank Maastricht: voor het eerst vergoeding voor klusser
Voor het eerst houdt een Nederlandse rechter een bedrijf aansprakelijk voor een asbestprodukt dat schade heeft veroorzaakt aan een klusser: iemand die in zijn eigen tijd, buiten zijn werk, het asbestprodukt had gebruikt en daardoor ziek is geworden. Het bedrijf Nefalit (voorheen Asbestona) moet een voorschot van € 30.000 betalen aan een 59-jarige man met mesothelioom. De man had in 1976 asbesthoudende vloerplaten verzaagd tijdens de verbouwing van een huis in Elsloo. De rechter stelt dat Nefalit in 1976 had kunnen weten dat asbest kan leiden tot mesothelioom en nagelaten heeft voor de gevaren te waarschuwen. De rechter neemt bij voorhand aan dat de ziekte ontstaan is door blootstelling aan asbest en kent daarom het voorschot toe. Het beroep van Nefalit op verjaring is onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Bron: rechtbank Maastricht, 16 april 2007, 117841 / KG ZA 07-92.
VS: Grace & Co volop verwikkeld in asbestzaken
Het Amerikaanse bedrijf Grace & Co is op verschillende manieren betrokken bij asbestclaims. In 2001 vroeg het bedrijf uitstel van betaling aan wegens de vele claims in dat jaar. Ca. 100 claims hadden betrekking op een voormalige vermiculiet-asbestmijn in Libby, Montana. Op dit moment verdedigt het bedrijf zich nog steeds tegen de aanklacht dat het willens en wetens milieuwetten overtrad en de gevaren van asbest probeerde te verdoezelen. Onlangs oordeelde een federale rechter dat de aanklagers niet konden bewijzen dat Grace & Co het plaatsje Libby bewust in gevaar had gebracht. Een andere claim tegen het bedrijf betreft een groep huiseigenaren die in het bezit zijn van met asbest bewerkte "Zonolite" vloer-isolatie, ooit door Grace verkocht. Een rechter oordeelde in december j.l. dat het gezondheidsrisico van dit product zeer gering is, namelijk kleiner dan het risico aan een fiets-ongeval te overlijden. Het Hooggerechtshof oordeelde in een civiele procedure dat Grace & Co verantwoordelijk gehouden wordt voor de totale kosten van de schoonmaak van de mijn die geschat worden op 54,5 miljoen us dollar. Bron: Washington Post, 14 mei 2007.
VS: hogere vergoedingen voor asbestgerelateerde kanker
De hoogte van vergoedingen voor kwaadaardige aandoeningen als asbestgerelateerde longkanker en mesothelioom is in de VS tussen 2004 en 2006 gestegen. Het aantal claims voor niet-kwaadaardige asbestziektes is in dezelfde periode sterk afgenomen. De asbestlasten voor Amerikaanse bedrijven en verzekeraars zullen de komende jaren niet afnemen, aldus Austern en Bhagavatula. Bron: Austern, D. & Bhagavatula, R. (2007). Not over yet. Best's Review, april 2007, p. 74-78.
Eternit aansprakelijk voor ziekte door asbestafval
Het Gerechtshof Arnhem oordeelde op 5 juni jl. voormalig asbestverwerker Eternit aansprakelijk voor gezondheidsschade veroorzaakt door asbestcementafval afkomstig van de fabriek in Goor. Een 62-jarige vrouw uit Arnhem heeft daardoor de ziekte mesothelioom opgelopen. Zij is daaraan op 27 april 2000 overleden. Haar erfgenamen hebben een vordering tot vergoeding van schade tegen Eternit ingesteld. Het slachtoffer en haar echtgenoot, die op korte afstand van het bedrijfsterrein van de Eternit fabriek een boerenbedrijf hadden, haalden in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw met regelmaat asbestcementafval bij de Eternitfabriek. Het hof oordeelde dat Eternit in de periode 1967 - 1970 op de hoogte moet zijn geweest van de serieuze gezondheidsrisico's van asbest en dus niet niet zomaar het asbestafval aan derden ter beschikking had mogen stellen. Bron: Gerechtshof Arnhem, 5 juni 2007, BA6364, 2006/586.
Toepassing verjaringstermijn asbestoseclaim niet onaanvaardbaar
De rechtbank Amsterdam oordeelt in het geval van een ex-werknemer van de ADM scheepswerf toepassing van de 30-jarige verjaringstermijn niet onaanvaardbaar. Dit op basis van de beoordeling van de gezichtspunten c, d, e en g: door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspunten op grond waarvan de verjaringstermijn in bepaalde gevallen buiten toepassing zou kunnen blijven. De man was tot uiterlijk 1967 aan asbeststof van het bedrijf Hertel op de ADM-werf blootgesteld. 39 jaar later werd bij hem op 20 juni 2005 de ziekte asbestose vastgesteld. De ADM-scheepswerf is in 1984 failliet verklaard. Hertel werd daarom aansprakelijk gesteld. Bron: Rechtbank Amsterdam, BA5593, 349104, 16 mei 2007.